Nietsvermoedend zit hij tegenover me. Cas Verstraten, net afgestudeerd jurist op zoek naar een baan. Hij neemt plaats in de cognackleurige stoel. Ik bestudeer zijn gezicht terwijl hij met een lichte trilling in zijn stem doorratelt over zijn studie en werkervaring. Hij is mager, zijn wangen zijn ingevallen en zorgen ervoor dat zijn spitse neus meer opvalt. Een bril met donker montuur balanceert op die neus en de glazen vergoten zijn onschuldige ogen. Als ik zijn curriculum vitae mag geloven is Cas intelligent, maar het enige dat ik zie is een jongeman die zenuwachtig met zijn voet heen en weer wiebelt en een stem heeft die op dit moment een octaaf te hoog klinkt. Normaal gesproken zouden dat soort nerveuze trekjes genoeg zijn om een kandidaat af te wijzen. Nu komen die karaktereigenschappen mij goed uit. Ik grijns vanbinnen, ik zou hem uit zijn lijden kunnen verlossen en hem laten weten dat hij deze baan sowieso heeft. Voor mijn eigen afleiding laat ik hem doorpraten, maar ik luister niet echt. Mijn gedachten dwalen af en ik herbeleef het moment waarop alles anders werd. Die ene gebeurtenis die me tot een gesprek met Cas gedwongen heeft.
Ik vroeg me in eerste instantie af waar David zich mee bemoeide toen hij mij vroeg de vriend van zijn secretaresse Britt aan te nemen als juridisch assistent. Achteraf gezien was het een van de tekenen waardoor ik had kunnen vermoeden dat er iets gaande was. Ik had het al kunnen weten toen hij ineens, na jaren hetzelfde rondje seks, nieuwe standjes introduceerde. Of omdat hij me altijd vroeg hem te appen als ik wegreed van kantoor zodat hij alvast een glas wijn kon klaarzetten. Al die signalen, ik zag ze niet, of wilde ze niet zien. Dat is het enige wat mij te verwijten valt.
De avond waarop alles veranderde was een paar weken geleden. Ik was eerder klaar met een zaak waar ik aan werkte. Anna, mijn secretaresse, had mij geholpen en we hadden veel werk verzet in korte tijd. Automatisch wilde ik David appen dat ik alsnog voor het eten thuis zou zijn, maar iets weerhield me ervan. Ik besloot dat het leuk zou zijn hem te verrassen. Het was een warme avond aan het begin van de lente, het leek alsof de zomer al een beetje in de lucht hing, maar de bomen waren nog kaal. Misschien konden we zelfs buiten eten in het prieeltje achterin de tuin, dacht ik nog.
Vlak voor ik bij de oprit aankwam zag ik de kleine witte Toyota Aygo voor de auto van David staan. De auto van Britt. Dat was niet vreemd, zij kwam wel vaker papieren die David nodig had brengen, ook als ik thuis was. Toch borrelde het onrustig in mijn onderbuik. Iets leek niet te kloppen. Dat gevoel zorgde ervoor dat ik ons huis voorbijreed en de auto aan het einde van de straat parkeerde. Mijn beide handen had ik zo stevig om het stuur geklemd dat mijn handen verkrampten. Wilde ik het weten? Overdreef ik? Zag ik dingen die er niet waren? Er was maar een manier om die vragen te beantwoorden. Gedreven door een ongezonde nieuwsgierigheid stapte ik uit. Toen ik bij het witte houten hek kwam dat onze tuin begrensde liep ik verder op mijn tenen zodat het getik van mijn hakken mijn komst niet zou verraden. Gebukt liep ik langs de auto’s het mossige gras op. Mijn beige suède naaldhakken zakten erin weg en ik baalde dat mijn mooie pumps geruïneerd waren.
Over de rand van de vensterbak, tussen de hoge grijze vazen door, gluurde ik als een inbreker de woonkamer van mijn eigen huis binnen. Mijn ademhaling stokte en mijn hele lichaam leek in een alarmfase te schieten. Mijn mond werd kurkdroog en mijn hart bonkte woedend tegen mijn ribben. Daar lagen ze, op mijn zorgvuldig uitgezochte zwartleren designerbank. Verstijfd keek ik toe hoe haar jonge lichaam levendig op een neer bewoog. Ze bereed hem vol overgave. Haar peervormige borsten staken prompt vooruit, stevig meedeinend met haar ritme. Vast een paardenmeisje, dacht ik. Ze kirde zo overdreven, dat ik haar via het ventilatierooster buiten kon horen. Het leek een slechte film, een toneelspel dat onmogelijk kon gaan over mijn leven.
De steek van jaloezie sneed pijnlijk door mijn hart. Eerst wilde ik naar binnen stormen en een einde maken aan deze scene. Maar dat leek te makkelijk voor David en ik kon het risico niet lopen dat hij voor haar zou kiezen. Dat zij de vruchten zou plukken van alles wat ik voor hem had gedaan en gelaten.
Met het beeld van die twee geprent in mijn hoofd liep ik een beetje verdoofd terug naar de auto. De gedachte om een roddelblad te bellen kwam in me op. Maar ook daar had ik geen zelf voordeel van. Ik zou dan door het slijk gehaald worden, of op zijn minst als de gebroken vrouw worden neergezet. ‘Niet meteen handelen Helena, eerst nadenken,’ sprak ik mezelf toe.
Met trillende handen pakte ik mijn telefoon en stuurde hem het gebruikelijke bericht dat ik bijna thuis was. Vervolgens reed ik een extra rondje langs de grootse villa’s in onze straat, keerde om en ging weer richting ons huis. Mijn rode Audi passeerde nog net haar tuttige auto terwijl ze de straat uit reed.
Voor ik naar binnen stapte nam ik een diepe zucht. Nu was het mijn beurt om toneel te spelen. Met een soepele beweging opende ik zo nonchalant mogelijk de voordeur. Hij stond vlak voor me, duidelijk net onderweg naar de badkamer. Hij was naakt met alleen een handdoek om zijn middel.
‘Ah, je bent er al. Ik wilde net gaan douchen.’
‘Dit is nog eens thuiskomen.’ Ik keek verlekkerd naar zijn nog altijd gespierde bovenlichaam.
Zonder mijn ogen van hem af te houden zette ik mijn aktetas neer en ik liep op hem af, voor ik van gedachten zou veranderen. Bezitterig zoende ik hem. Ik leek bevangen door een soort oerkracht waarmee ik hem wilde heroveren, alsof ik mijn territorium opnieuw wilde afbakenen. Hij deinsde niet terug, heel goed wetend dat dat hem zou verraden. Haar goedkope parfum hing nog om hem heen en prikte in mijn neus. Alles voelde anders en toch was hij nog steeds mijn David.
‘Helena, stop. Ik moet echt douchen.’
Ik negeerde hem, ik wilde niet dat hij ging douchen, nog niet. Mijn hand gleed onder zijn handdoek en ik voelde zijn licht gezwollen pik tussen zijn benen hangen. Hij keek me indringend aan, zijn pupillen waren vergroot van opwinding, of was het schuld?
Met een harde ruk trok ik de handdoek los. David zei niets en liet mij mijn gang gaan. Zonder erbij na te denken daalde ik met mijn lippen naar beneden. Ik zoende zijn lichaam, blies zacht tegen de grijzende krulhaartjes op zijn borst. Zijn pik werd stijver en stijver in mijn handen en ik zakte op mijn knieën voor hem. Mijn tong streek langs de dikke schacht van zijn lid, met mijn nagels bewerkte ik zijn zware ballen. Ik proefde haar zout, rook de lichaamsgeur van een indringster. De boosheid die ik voelde gaf me de kracht die ik nodig had om door te gaan en hij liet zich met gemak meevoeren. Mannen zijn zo simpel.
‘Om die reden denk ik geschikt te zijn voor deze functie.’
Cas’ woorden brengen mij terug naar de realiteit. Ik schud het beeld van David en Britt van me af.
‘Bedankt Cas, je hoort van ons.’
Resoluut sta ik op van achter mijn bureau en knoop het witte colbert van mijn broekpak dicht. Cas volgt mijn voorbeeld en staat ook op. Hij geeft mij een slappe hand die ik stevig beantwoord. Ik zie de zweetplekken op zijn lichtblauwe overhemd en het is hier echt niet warm. Hij heeft me zojuist overtuigd.
‘Schat, wat een verrassing.’
‘Ik dacht laat ik mijn man eens trakteren op een lunch. Is Britt er niet?’
Mijn vraag klinkt oprecht verbaasd en hij kijkt van me weg.
‘Nee, ze is ziek.’
‘Wat heeft ze toch?’
‘Ik weet het ook niet Helena, maar het komt me erg slecht uit zo vlak voor de verkiezingen.’
‘Dat begrijp ik liefste. Kom, we gaan lunchen, dan kun je me alles vertellen. Misschien kan ik je helpen.’
Ik voel me als een koorddanser die balanceert op een koord. Eén fout, één misstap en ik kom ten val. Concentratie is essentieel en ik luister aandachtig naar zijn geklaag, toon medeleven waar het hoort en verzeker hem dat alles goedkomt.
Zodra ik, na de lunch, mijn kantoorpand binnenkom springt Cas braaf op van zijn werkplek om me te begroeten, zijn adoratie is aandoenlijk.
‘Mevrouw, ik heb het dossier doorgelezen. Heeft u tijd het met me door te nemen?’
‘Natuurlijk Cas, loop maar even mee. Anna, ik wil niet gestoord worden.’
Ik loop mijn eigen kantoor in en Cas volgt me.
‘Sluit de deur wil je?’
Hij doet wat hem gezegd wordt.
‘Ga zitten.’ Ik gebaar naar de stoel die voor mijn bureau staat. Zelf neem ik heel bewust geen plaats achter mijn bureau. In plaats daarvan leun ik tegen het massief eikenhouten blad. Mijn rok kruipt iets omhoog en ik weet dat hij net aan het randje van mijn kous kan zien.
‘Je doet het goed Cas. David staat op het punt Britt te ontslaan en dan is ze weer helemaal van jou. Heeft ze niets in de gaten?’
‘Nee mevrouw.’ Cas kijkt naar beneden, hij probeert niet naar mijn benen te kijken.
‘Ik maak elke dag ons ontbijt en haar fruit-shake met het poedertje dat u me gaf. Meestal wordt ze daarna misselijk en gaat ze op bed liggen.’
Zijn houding verstart, hij vindt het duidelijk lastig haar in pijn te zien.
‘Ach liefje toch. Ik sta op en streel met mijn hand langs zijn wang tot onder zijn kin. Vervolgens duw ik zijn bedrukte gezicht omhoog zodat hij wel naar mij moet kijken.
‘Het is de enige manier Cas, geloof me. Het kan echt geen kwaad. Zodra je stopt met het geven van dat poeder herstelt ze en is ze zo weer de oude. Maar zij moet eerst bij David weg.’
‘Wat zit er eigenlijk in?’
‘Hoe minder je weet, hoe beter het is voor je eigen veiligheid.’
Hij knikt gelaten terwijl ik zie hoe zijn ademhaling versnelt. De spanning windt hem op.
Ergens voel ik compassie voor deze jongeman. Hij was zich van geen kwaad bewust toen hij solliciteerde. Tot ik hem na zijn inwerkperiode vertelde over de affaire tussen zijn Britt en mijn David. De stumper was volledig uit het veld geslagen. Hij huilde, ik troostte ik hem. Ik trok hem tegen me aan, hield hem vast terwijl zijn tranen een natte plek creëerden boven mijn borsten op mijn witte blouse.
‘Wat moet ik nu?’ vroeg hij keer op keer.
‘Ik help je wel, samen komen we er wel uit. Maar je moet doen wat ik zeg. Dat is van cruciaal belang. Ook voor jou.’ Hij keek naar me op, de wanhoop was van zijn gezicht af te lezen en ik zoende hem voor het eerst. Een gebroken man is makkelijk te manipuleren en nog makkelijker te verleiden. Het belangrijkste deel van mijn plan had ik in werking gesteld, afstand creëren tussen David en Britt. In ieder geval tot na de verkiezingen. En ik had Cas nodig om dat te bereiken.
Maar het gevoel van trots overstijgt. Mijn plan werkt, bij ons thuis is alles weer bij het oude nu Britt niet in staat is een actieve rol in Davids leven te spelen. De stress die hij voelt van het campagnevoeren neukt hij niet meer met haar weg. Zijn focus ligt waar het hoort: bij mij en bij zijn toekomstige premierschap.
‘Nog een paar dagen volhouden Cas, dan zijn de verkiezingen en is dit alles voorbij. Als David wint zal Britt aan een ander partijlid toegewezen worden en David kan zich als minister-president geen escapades meer veroorloven. Dit alles gaat om meer dan ons alleen hè Cas.’
Cas kijkt vanaf de stoel tegen me op. Achter zijn heldere ogen vraagt hij zich vast af hoe hij in deze slangenkuil is terechtgekomen. Ik vind het schattig hoe hij daar zit, gespannen, onzeker en in afwachting van mijn volgende stap. De macht die ik over hem heb is opwindend. Het succes van mijn eigen plan laat mijn bloed sneller stromen en ik merk dat mijn lichaam hunkert naar ontlading.
‘Kom eens bij me?’
Hij hijst zijn lange lichaam uit de stoel. Zelfs als ik op mijn hakken sta is hij langer dan ik.
‘Kus me.’
Hij antwoordt niet maar buigt zijn hoofd naar me toe en zijn dunne lippen raken voorzichtig de mijne. Ik laat me weer op het bureau zakken en pak zijn hoofd met beide handen stevig vast om de kus kracht bij te zetten. Hitte stijgt van mijn onderbuik naar mijn hoofd en vloeit weer terug.
Ik vlecht mijn vingers door zijn donkere krullen en trek zijn hoofd ruw naar achteren om de zoen te onderbreken. Hij hijgt, zijn blauwe ogen smeken me om meer, ik zie dat aan hem. IJzig kijk ik mijn pion aan, ik ben aan zet.
‘Zakken,’ zeg ik streng.
Mijn lichaam laat ik achterovervallen op de papieren van mijn bureau. Dan spreid ik mijn dijen en geef hem volledige toegang tot de brandende warmte die tussen mijn benen broeit.
‘Ga door,’ kreun ik zacht.
‘Ja daar, goed zo.’
De tintelingen worden heviger, hij likt me ijverig alsof zijn leven ervan af hangt. Het is niet meer tegen te houden, iedere spier in mijn lichaam begint te verkrampen. Ik druk mijn benen bij elkaar en klem hem vast tot ik kermend klaarkom.
Ik ontspan mijn greep, Cas gaat weer zitten in de stoel. Mijn benen trillen nog na als ik om mijn bureau loop en ga zitten. Ik reik hem de doos tissues en hij veegt mijn zoete vocht van zijn gezicht.
‘Dat was alles voor vandaag. Dank je Cas.’
Een aanhoudend gezoem wekt me. Het is nog geen zeven uur, de wekker is nog niet gegaan. Toch spring ik uit bed. Vandaag is het de dag van de verkiezingen en ik voel een soort euforische spanning. Ik haast me uit bed om bij hoge uitzondering een ontbijtje te maken voor David. Weer dat gezoem. Ik kijk waar het vandaan komt en zie dat het David’s telefoon is die afgaat. Al zes gemiste oproepen uit Den Haag. Er is vast iets dringends aan de hand op de stembureaus. Een ramp met de opvouwbare stembiljetten, of een ernstig tekort aan rode potloden. Snel pak ik een kop koffie voor David en dan wek ik hem voorzichtig. Hij wrijft de slaap uit zijn ogen. Zijn wallen zijn nog opgezwollen van de nacht.
‘Je wordt steeds gebeld. Misschien moet je even terugbellen, dan maak ik het ontbijt.’
‘Dank je. Vandaag wordt een speciale dag voor ons Helena, ik voel het.’
Ik lach liefjes naar hem en loop opgetogen door zijn woorden naar de keuken. Fluitend bak ik de broodjes af en pers ik sinaasappels. Misschien ga ik dit soort simpele dingen ooit leuk vinden.
David is nog aan het bellen en ook mijn telefoon gaat af. Ik loop om het kookeiland heen en pak mijn mobiel.
Het is een bericht van Cas. De woorden op het scherm zijn vaag. Mijn maag kantelt als ik ze lees, het zuur van de jus d’orange komt omhoog.
Foute boel. Ik moest een ambulance bellen.
David is op de hoogte.
Mijn handen trillen en ik laat van schrik mijn telefoon vallen. Snel buk ik om het ding op te rapen en als ik weer omhoogkom kijk ik recht in de paniekerige rooddoorlopen ogen van David.
Ik ben van mijn koord gevallen.

Geef een reactie